Playstation

Zuigen kreng!

IMG_0255

Heeft televisie een slechte invloed op onze kindertjes en hun ontwikkeling? Ik denk dat dit best voor een gedeelte het geval kan zijn, al is het ene kind er wat vatbaarder voor dan het andere. Zoals het ene kind later wél van het paadje afwijkt en het ander niet, onder invloed van allerlei genetische en maatschappelijk factoren.

Het ene kind stelt meteen het spek op zijn kleuterbips ten toon in een overvolle winkel, na het zien van een aflevering van Chin-Chan, het ander houdt zijn hoos keurig op zijn heupjes, maar zit wel ondersteboven in het schap met de chips. Ik denk dat de media sowieso menselijk gedrag beïnvloedt, of je nou 5 jaar bent of 40, of het nou om reclame gaat of om Nickelodeon. De mens kopieert nou eenmaal. En het lijkt mij best recommandabel om daar rekening mee te houden, maar om nou je kind geheelonthouder te maken van alles wat maar pedagogisch niet bepaald gewenst is volgens de geldende normen, lijkt mij schromelijk overdreven. Die ukken moeten toch leren wat goed is, en dat kan volgens mij alleen wanneer ze ook met slecht te maken krijgen. Hoe moeten ze nou leren wat goed is, als ze ‘slecht’ alleen maar kennen van ‘horen zeggen’? Goed zouden ze dan lijfelijk mogen ervaren, slecht is iets wat ze uit boekjes moeten leren. Best eng, lijkt mij, want áls dan een keer de pleuris uitbreekt, waar blijf je dan zonder dat laagje eelt op je zieltje? En zeg nu zelf, een weeïg zachte ruggengraat zonder knoesten met eelt en een paar stevige poten geaard in de grond, wie wordt daar nou blij van…

Ik probeerde het altijd, –op hoop van zegen-, gewoon te gebruiken als educatief voorbeeldmateriaal. Grinnikend, giebelend en giechelend samenspannen op de bank; “Kijk, leuk hè, maar héé, zo hoort het dus eigenlijk niet.” En eerlijk is eerlijk, ook al vind ik het gemiddelde KRO kinderprogramma leuker, die jackasses willen ook knalle, schiete en fegte. Want da’s stoer, eh…cool, eh…swag…

Ooit hadden mijn wederhelft en zoon (toen nog schattig 6) pedagogisch verantwoord kwaliteitstijd. Met een volgelopen gemoed van vertedering zat ik naar het plaatje te kijken. Interactie tussen vader en zoon, hoe mooi kan het leven zijn. Met dank aan Playstation XIV.

Tussen de vlammenwerpers, exploderende TNT-bommen en geratel van machinegeweren door, hoorde ik wel steeds een verontrustend agressief klinkende stem na iedere knal roepen: “SUCK ON THIS!”

Suck on this? Met sokken zal het vast niet te maken hebben. En het was ontegenzeggelijk bedoeld als “Hier, pak aan!” Maar de letterlijke vertaling liet niets te wensen over aan mijn verbeelding en ik zag bij het steeds opnieuw horen van de onverbiddelijk haatdragende klanken, een tafereel voor me, geknield en zuigend in bedwang gehouden. Al had ik het gewild, ik was niet meer bij machte om hier nog iets in om te buigen naar een onderwerp ter illustratie van hoe het vooral niet moest. Mijn echtgemaal klaarblijkelijk ook niet, getuige de ‘oe’s’ en ‘shit’s’ die uit zijn strot geperst werden, terwijl hij zich steeds achterover liet vallen op de bank.

Beng! Suck on this! Baf! Suck on this! Dengdengdengdengdeng! Pak aan, sukkel! Piewiewiew! Zuigen, kreng! Dat kleine jongetjes, onder invloed van hun testosteronspiegelschommelingen hun plaats in de pikorde zochten, door zo nu en dan Rambo te kopiëren, kon ik nog enigszins volgen. Maar hoe ging ik mijn kinderen uitleggen dat het niet bepaald gebruikelijk is om mensen letterlijk en figuurlijk neer te halen en het ook niet zo vriendelijk is om hen dit ook nog eens zuigend te laten doen aan Joost mag weten welk voorwerp?

Een paar dagen later was het onheil al daar. Buiten sloop zoon rond in de tuin, met een fictieve mitrailleur, –had hij nou echt geen denkbeeldige geluidsdemper op het ding kunnen schroeven?-, en pafte zonder pardon, bij de minste beweging, zijn al even schimmige vijanden neer. Na iedere knal –BENG– klonk een oerkreet uit de keel van mijn zoon, gevolgd door: “Sokkon-dis!”

Tegen de tijd dat hij een heel peloton geknield en oraal gestraft voor zich had zitten, vond ik het welletjes. Tijd om toch in te grijpen voor een pedagogisch gesprek.
Blijkbaar liep ik in de weg. Onderwijl spichtig achter mij doorkijkend, keek hij me, met zijn felblauwe ogen hevig geïrriteerd aan:

“Mah-ham! Ga nouwes aan de kant, ja! As je niet hul snel veg gaat, dan pak ik mun sokkon-dis en dan schiet ik jou neer!”

IMG_0254